In 1995 kondigde de Amerikaanse misdaaddeskundige John Dilulio de ‘super predator’ aan: een jong, agressief roofdier dat in de komende decennia, of misschien wel voor altijd, de Amerikaanse samenleving onveilig zou maken. Het aantal extreem gevaarlijke roofdieren op straat zou stijgen – grofweg één super predator erbij per duizend Amerikanen en ze zouden een ‘bloedbad’ aanrichten. Met super-roofdieren bedoelde Dilulio geen dieren maar mensen: jonge (doorgaans zwarte) criminelen met zeer agressief gedrag en een volledig gebrek aan compassie en inlevingsvermogen. Hillary Clinton gebruikte de term zelfs in een speech in 1996. Dat bleek achteraf niet handig: tijdens haar campagne voor het Amerikaanse presidentschap in 2016 werd ze nog steeds aangesproken op het gebruik van deze stigmatiserende term. Geweld: samenleving of stoornis? Geweld in Nederland neemt niet toe. Sterker: het neemt al jaren af, net als de criminaliteit. Dat is een belangrijke constatering, want geweld door mensen met psychische stoornissen hangt nauw samen met geweld in de samenleving als geheel (zie vraag 24). De algemene misdaadcijfers lijken van groter belang te zijn voor het aantal delicten door mensen met psychische stoornissen dan (de hoeveelheid) psychische stoornissen. Ofwel: het aantal ernstige delicten door mensen met een psychische stoornis neemt eerder toe door een algemene toename van misdaad, dan door het gevaarlijker worden van mensen met psychische stoornissen. De vraag of mensen met psychische stoornissen gevaarlijk zijn is eerder al beantwoord (vraag 24). Studies naar de toename van geweld door mensen met psychische stoornissen ontbreken eigenlijk geheel. Omdat geweld door mensen met een psychische stoornis samenhangt met ‘gewoon’ geweld is de kans dat misdaad als gevolg van een psychische stoornis toeneemt klein – maar niet uitgesloten. We zien bijvoorbeeld dat in andere landen (in Noord- en Zuid-Amerika) het verminderen van psychiatriebedden soms samengaat met een groei van het aantal mensen in gevangenissen, maar een oorzakelijk verband werd niet gevonden. In een studie van 26 Europese landen werd er weer geen verband gevonden.
Toename tbs?
Een andere, indirecte, manier om te beoordelen of geweld in Nederland toeneemt is door te kijken naar het aantal mensen dat jaarlijks een tbs-maatregel krijgt opgelegd. Een terbeschikkingstelling krijgt iemand die een geweldsdelict heeft gepleegd onder invloed van een psychische stoornis. Het gaat vaak om ernstige delicten waarbij (zwaar) geweld is gebruikt en het risico op herhaling groot wordt geacht. Hoe meer tbs-maatregelen er worden opgelegd, hoe meer geweldsdelicten er waarschijnlijk gepleegd zijn. Het aantal tbs-opleggingen is in de laatste tien jaar fors gedaald, deels vanwege het afnemende totaal aantal delicten. Tussen 2002 en 2009 nam ook het aantal ‘tbs-waardige’ delicten met een derde af (van 4500 naar 3000), en daalde het aantal opleggingen ongeveer even sterk. De piek van opleggingen lag in 1996 (340 keer) en het dal in 2012 (151 keer), in de laatste twee jaar is het aantal weer licht gestegen (155 keer in 2013; 173 keer in 2014). Voor onze vraag is het aantal opleggingen van minder belang, want dat is sterk afhankelijk van andere factoren. Bijvoorbeeld of verdachten zich psychiatrisch laten onderzoeken (wat ze steeds vaker weigeren) en of rechters kiezen voor tbs (wat ze minder vaak doen). Het aantal ‘tbs-waardige delicten’ is het meest relevant, want zegt iets over het aantal delicten in relatie tot psychische stoornissen. Dat zou dus moeten toenemen wanneer mensen met psychische stoornissen gevaarlijker zouden worden – dat doen ze niet.
Hoe de misdaad in New York – onverwacht –
afnam maar niemand het merkte
“De voorspellingen over het ‘super-roofdier’, die achteraf volledig fout bleken, kwamen voort uit de destijds heersende angst voor een steeds gevaarlijker en crimineler samenleving. En die angst was niet onterecht: de Amerikaanse misdaadcijfers stegen al vanaf de jaren vijftig. Midden jaren zeventig was het aantal moorden bijvoorbeeld verdubbeld ten opzichte van 1950, en wilde niet meer echt naar beneden gaan. Nederland, en Europa in het algemeen, was een veilige oase vergeleken met deze gewelddadige woestenij. Ook andere vormen van veel frequenter en zichtbaarder geweld namen sterk toe. Wie nu kijkt naar films uit de jaren zeventig, tachtig en negentig ziet daarin New York meestal in beeld als een duistere stad met graffiti op metro’s, dreiging op straat en geweld in iedere steeg. De klassieker Taxi Driver, met Robert de Niro als ex-militair met PTSS (zie kader 16.1) is daarvan een goed voorbeeld. De stijging duurde tot het begin van de jaren negentig, toen een plotselinge daling inzette. Het duurde even voordat misdaadonderzoekers en beleidsmakers het in de gaten hadden – in werd dus nog de ‘super predator’ aangekondigd. Die late signalering is niet zo vreemd, want één of twee jaar daling na een jarenlange stijging is nog niet zo schokkend. Maar de daling zette stevig door tot aan 2000, waarna de misdaad stabiel bleef, of licht daalde. In New York daalde de misdaad echter nog verder, zeer opmerkelijk omdat de misdaadcijfers in grote steden doorgaans hoger liggen dan elders. Zowel onderzoeksjournalisten als wetenschappers hebben hun tanden stuk gebeten op het raadsel van de dalende misdaad, die overigens in bijna alle westerse landen plaatsvond, maar zijn tot op heden nog niet met een sluitende verklaring gekomen. De usual suspects kwamen langs: betere economische omstandigheden, meer mensen achter slot en grendel, meer politie op straat en dergelijke. Er waren ook spannender verklaringen zoals de legalisering van abortus (waardoor minder tienermoeders ongewenst een kind kregen), het loodvrij maken van benzine (waardoor minder schade aan tienerbreinen werd aangericht) en het minder populair worden van crack (dat veel schade aan de hersenen veroorzaakt en tot agressie aanzet). Het grote publiek was en is overigens nog veel trager dan de deskundigen in het signaleren van de dalende criminaliteit. In Nederland, Engeland en de Verenigde Staten daalt de misdaad al jaren maar blijven mensen zich even, of zelfs meer, onveilig voelen. In ons land is dat des te vreemder omdat we, naast de politiecijfers, beschikken over cijfers uit de Veiligheidsmonitor – een jaarlijks onderzoek onder ruim tachtigduizend Nederlanders. Die Veiligheidsmonitor, over ervaringen van burgers met criminaliteit, laat hetzelfde gunstige, en zelfs gunstiger, beeld zien van de dalende misdaadcijfers. Je zou dus mogen denken dat Nederlanders zich veiliger gaan voelen, en dat is ook wel een klein beetje zo, maar nog lang niet zo veilig als in 2000 – toen de misdaadcijfers echter veel hoger waren. Een verklaring voor dat onveilige gevoel is het ‘goed nieuws is geen nieuws’-principe dat geldt voor veel landelijke media. Opsporing Verzocht blijft op televisie komen, gewelddadige misdaad blijft de voorpagina halen en statistische overzichten over meer jaren zien we weinig en zijn moeilijk te lezen.”
Geweld tegen hulpverleners
Het is mooi dat misdaad en geweld in de samenleving afnemen, en dat we ook geen aanwijzingen hebben voor meer delicten door mensen met psychische stoornissen. Maar er was enkele jaren geleden wel veel maatschappelijke onrust over geweld tegen hulpverleners – bijvoorbeeld tegen ambulancebroeders in uitgaansgebieden of met oudjaar. Ook werd er een studie gedaan onder professionals die in GGZ-klinieken werken, waar uit kwam dat veel van hen te maken hadden (gehad) met geweld door cliënten. Het onderzoek was echter een momentopname dus uitspraken over een stijging of daling kunnen er niet aan ontleend worden.
De denkfout
Waarschijnlijk komt het door de selectieve ‘goed nieuws is geen nieuws’-berichtgeving in de media dat mensen denken dat geweld en criminaliteit consequent toenemen. De ‘beperkte blik’-denkfout is dan de schuldige, al is het voor individuen lastig daaraan te ontkomen als minder geweld en ellende nooit nieuws worden.
Samenvatting
Er zijn geen aanwijzingen voor toename van geweld door mensen met een psychische stoornis. Sterker: geweld in Nederland neemt af en de kans is groot dat ook het geweld door mensen met een psychische stoornis afneemt. Dat neemt niet weg dat ernstige incidenten veel impact kunnen hebben op het leven van betrokkenen en de samenleving.
Meer lezen?
Geïnteresseerd in meer antwoorden op lastige en onmogelijke vragen? Op zoek naar de bronvermeldingen bij dit artikel? Lees de rest van het boek ‘Verward in Nederland’ van Bauke Koekkoek. Klik hier voor meer informatie en een inkijkexemplaar.