Het SMSM-model is bedoeld voor politieagenten om onbegrepen gedrag of hoofdlijnen beter te begrijpen en je te helpen om passend en effectief te handelen. Het SMSM-model is niet bedoeld om stoornissen mee vast te stellen – in deel 2 vind je wel enige informatie over specifieke stoornissen, maar die is beperkt tot wat je er als politieagent in de noodhulp mee kan of moet.
Het model bestaat uit vier onderdelen: de Situatie (of het Systeem), Middelen, Stoornis en Mens. Die vier zijn niet helemaal los van elkaar te zien. Er kan op alle gebieden iets aan de hand zijn. Met dit model proberen we ingewikkelde situaties begrijpelijker te maken en je vlot wat zicht en grip te geven. Als je duidelijk hebt waar het grootste probleem of urgentie zit, kan je daarop handelen. In het kort gaan de vier onderdelen hierover:
• Situatie/Systeem: wat is hier aan de hand, wie zijn er allemaal, wat speelt er tussen deze mensen, wat is er eerder gebeurd?
• Middelen: is de persoon onder invloed van drugs, alcohol of medicatie?
• Stoornis: heeft de persoon een psychische of andere stoornis die op dit moment zijn of haar toestand sterk bepaalt?
• Mens: is de persoon ingewikkeld in de omgang, minder begaafd of communiceert hij of zij op een andere manier?