Boekbespreking door Lucie Vloet in SP uit 1995.
Na een dag werken met enkele cliënten, waarbij ik op “subtiele” wijze gebruik heb gemaakt van mijn macht als SPV, vraag ik me af of het niet anders had gekund. Een goed moment voor het lezen van een boek over dwang in de psychiatrie. Een boek samengesteld door Mark Janssen (wetenschapper), Marlieke de Jonge (ervaringdeskundige patiënte) en Jan Pols (hulpverlener), die elk vanuit een eigen gezichtspunt het toepassen van dwang in de psychiatrie belichten. Zij laten ons zien wat het dilemma is van de psychiatrie, die zich bezig houdt met allerlei vormen van menselijk leed en angst, zelf zo angstaanjagend kan worden door het toepassen van allerlei vormen van dwang. De tegenstelling van twee elementaire beginselen in de geestelijke gezondheidszorg staan tegenover elkaar, namelijk het recht op vrijheid en de plicht om mensen die niet meer in staat zijn hun belangen te behartigen, te helpen. Hoe het mogelijk is om hierbij dwang te reduceren wordt ter sprake gebracht.
Jan Pols zet, aan de hand van voorbeelden uit het dagelijks leven, uiteen wat de begrippen macht en dwang inhouden. hij beschrijft verschillende vormen van macht en hoe deze in de praktijk worden gebruikt. Verder gaat hij in op de wisselwerking tussen degene die macht uitoefent en degene die macht ondergaat. Hij gaat in op de rechtvaardiging van dwang en beschrijft hoe huidige gewoonten en gebruiken van dwang zijn ontstaan. Hij stelt de vraag in hoeverre iemand met een psychiatrisch ziektebeeld verantwoordelijk is voor zijn gedrag en wat de verschillen zijn die gemaakt worden tussen patiënt en delinquent. Ook gaat hij na hoe men incompetentie kan vaststellen. Daarbij uitgaande van beslissingsmogelijkheden vanuit het vermogen tot het nemen van autonome beslissingen en het vermogen tot het nemen van rationele beslissingen. Bij psychiatrische stoornissen kan het vermogen tot autonomie en rationeel denken en handelen verstoord zijn. Hij pleit er voor om bij twijfel iemand niet incompetent te verklaren en/of slechts dan dwang toe te passen als deze onvermijdelijk is. Mark Janssen schrijft over het fenomeen dwang in zijn verschillende verschijningsvormen. Hij ontrafelt oorzaken van, en aanleidingen voor dwangtoepassing. Vervolgens probeert hij de feiten toe te passen in een visie op dwang. Hij pleit ervoor om in behandelingen de-escalerend te werken, waarbij hij stelt dat minder dwang, minder angst en minder agressie leiden tot een afname van angst, agressie en dwang. Marlieke de Jonge stelt zichzelf de vraag waarom psychiatrische patiënten niet over de kern van hun ervaringen praten en in het bijzonder niet over ervaringen met dwangbehandeling en dwangopname praten. In plaats van over riskant psychisch lijden te spreken, dat al snel als gevaarlijk gedrag wordt gezien dat eventueel onder dwang behandeld moet worden, stelt zij voor te spreken over communicatiestoornissen tussen cliënt en hulpverlening. Aan de hand van eigen ervaringen maakt zij duidelijk hoe binnen een anders lopende communicatie, in een aantal situaties dwang gereduceerd kan worden. Deze “nieuwe” vorm van communicatie zou een mentaliteitsverandering in de GGZ tot gevolg hebben. Interessant is het te lezen hoe zij beschrijft hoe patiënten constructies bouwen om te overleven bij dwangtoepassing en wat de prijs is van dwangtoepassing en van niet ingrijpen. De grenzen van dwang binnen de GGZ liggen voor haar in het feit dat dwang alleen kan in acute noodsituaties. Het moet beperkt blijven tot een minimum en structurele dwang behoort volgens haar niet tot het domein van de GGZ. Hoe het anders kan wordt door de drie schrijver in het slot hoofdstuk besch
reven. Ze geven alternatieven voor dwang in crisissituaties, doen suggesties over hoe je anders om kunt gaan met extreem gedrag en hoe je dwangtoepassing kunt verminderen of zelfs geheel op kunt heffen. Na het lezen van dit boek en weer een dag werken ben ik me meer bewust hoe subtiel dwang plaats kan vinden tussen cliënt en hulpverlener. Het biedt mijns inziens een goede mogelijkheid om het thema dwang binnen je werksituatie ter sprake te brengen. Bewustwording van macht en dwangtoepassing kan de eerste stap zijn naar vermindering. Kortom een onderwerp dat er om vraagt over te blijven praten en lezen.